De belangrijkste graadmeters stegen 3 tot 4 procent, vooral doordat
koopjesjager de markt betraden. Gaandeweg de handel liepen de winsten op.

De Dow-Jonesindex van dertig grote fondsen eindigde met een winst van 3,3
procent op 7350,94 punten. De breder samengestelde S&P 500 ging 4 procent
omhoog naar 773,14 punten. De Nasdaq-index steeg 3,9 procent tot 1441,83
punten.

Maandag daling
Maandag waren de graadmeters meer dan 3 procent gedaald, onder invloed van
aanhoudende zorgen over de financiële sector en de winsten van het
bedrijfsleven. De Dow-Jonesindex en de S&P 500 sloten zelfs op de laagste
slotstanden in bijna twaalf jaar. Dinsdag daalden de Europese graadmeters
daardoor naar niveaus die sinds 2003 niet meer waren gezien.

Bernanke optimistisch
Centralebankpresident Ben Bernanke zorgde voor een impuls door zich
optimistisch uit te laten over een herstel van de economie van de Verenigde
Staten. Mogelijk kruipen de VS dit jaar al uit de diepe recessie, zo zei hij
in een toespraak tot het Amerikaanse Congres. Voorwaarde is wel dat de
reddingsoperaties voor de financiële sector en de stimuleringspakketten voor
de economie succesvol uitpakken.

Bernanke zei ook dat het stelsel van centrale banken de levensvatbaarheid van
de grote financiële instellingen zal blijven garanderen. Dit leidde tot
kooplust onder fondsen als Citigroup en Bank of America. De beurskoers van
Citigroup steeg 21,5 procent, Bank of America won 21 procent aan beurswaarde.

Doe-het-zelfketen Home Depot stijgt
Naast de financiële sector was Home Depot in trek op Wall Street. 's Werelds
grootste doe-het-zelfketen presenteerde meevallende bedrijfsresultaten en
zag zijn koers ruim 10 procent stijgen.

General Motors boekt koerswinst
In de Dow viel verder de koerswinst van General Motors op. Het autoconcern
schoot meer dan 25 procent omhoog, zonder dat daarvoor een aanleiding was.
Alleen softwarebedrijf Microsoft verloor (min 0,2 procent). Topman Steve
Ballmer stelde teleur op een analistenbijeenkomst. Sommige investeerders
hadden gehoopt dat hij meer kostenbesparingen in het vooruitzicht zou
stellen.

Valuta
Op de New Yorkse valutamarkt noteerde de euro 1,2850 dollar. De Europese
munteenheid was op 1,2755 dollar de Europese handel uitgegaan. De prijs van
een vat Amerikaanse olie (van 159 liter) steeg met 3,6 procent tot 39,82
dollar.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl